Laatste update: 16 december 2016
Per 1 januari 2016 is het algemeen pensioenfonds (APF) geïntroduceerd. Dit fonds maakt een nieuwe bundeling van verschillende pensioenregelingen in zgn. kringen mogelijk. Hierdoor kunnen allerlei voordelen worden behaald in het belang van deelnemers, zoals het beperken van bestuurlijke lasten, vermogensbeheer- en uitvoeringskosten. Elke kring kent een eigen beleggingsbeleid en toeslagambitie. Net als in elk ander pensioenfonds is het bestuur verantwoordelijk voor een evenwichtige belangenafweging van alle betrokken partijen. Ook al worden veel APF-en opgericht door verzekeraars, een APF moet zelfstandig besluiten kunnen nemen. De verzekeraars proberen via een APF hun vermogensbeheer en uitvoeringssystemen uit te breiden.
Een APF valt, net als andere typen pensioenfondsen, onder het nieuw Financieel Toezichtskader (nFTK). Pensioenverzekeraars vallen onder het toezicht volgens Solvency II. Binnen het nFTK is het mogelijk om pensioenaanspraken te verlagen, maar een pensioenverzekeraar kan dat alleen als uiterste redmiddel in geval van faillissement doen. Doordat pensioenverzekeraars meer zekerheid moeten bieden, vragen zij hogere garantiepremies en zullen ze het pensioenvermogen minder risicovol beleggen. Hierdoor zijn de premies bij een verzekeraar meestal hoger en de kans dat moet worden bijbetaald lager, maar is er ook een lagere kans op verlaging van aanspraken.
De Algemeen Penioenfondsen die nu een vergunning hebben zijn: