De AOW-bedragen voor 2020 zijn bekend en daarmee ook de (minimale) franchises. Hieronder staan de belangrijkste kerngegevens van de afgelopen jaren.
Laatste update: 16 december 2016
Per 1 januari 2016 is het algemeen pensioenfonds (APF) geïntroduceerd. Dit fonds maakt een nieuwe bundeling van verschillende pensioenregelingen in zgn. kringen mogelijk. Hierdoor kunnen allerlei voordelen worden behaald in het belang van deelnemers, zoals het beperken van bestuurlijke lasten, vermogensbeheer- en uitvoeringskosten. Elke kring kent een eigen beleggingsbeleid en toeslagambitie. Net als in elk ander pensioenfonds is het bestuur verantwoordelijk voor een evenwichtige belangenafweging van alle betrokken partijen. Ook al worden veel APF-en opgericht door verzekeraars, een APF moet zelfstandig besluiten kunnen nemen. De verzekeraars proberen via een APF hun vermogensbeheer en uitvoeringssystemen uit te breiden.
Een [...]
lees verder →
Laatste update: 31 oktober 2016
De AOW-leeftijd en de pensioenrichtleeftijd gaan omhoog omdat Nederlanders steeds langer leven. De levensverwachting stijgt in 2022. Het CBS maakte vandaag de nieuwe raming van de macro gemiddelde levensverwachting bekend.
De AOW-leeftijd wordt vanaf 2022 op gezette tijden automatisch aangepast aan de stijging van de gemiddelde resterende levensverwachting op 65-jarige leeftijd in stappen van drie maanden per jaar. De leeftijd zal naar verwachting in de jaren er na verder gaan stijgen. Op de website van de SVB kunnen mensen hun AOW-leeftijd berekenen.
Als gevolg van de gestegen levensverwachting zal de pensioenrichtleeftijd met ingang van 1 januari 2018 worden verhoogd van 67 naar 68 jaar. De pensioenrichtleeftijd is een rekenleeftijd die wordt gebruikt voor de berekening van de jaarlijkse maximaal toegestane fiscale pensioenopbouw.
Laatste update: 11 oktober 2016
We hebben nu al een lange tijd te maken met een lage marktrente en dat lijkt voorlopig zo te blijven. Dit heeft gevolgen voor de opbouw van de pensioenen.
De premie die de werkgever bij een beschikbare premieregeling inlegt, is gebaseerd op een fiscale staffel met een rekenrente van 4% of 3%. Dit betekent dat er levenslang (dus ook na pensionering) 4% of 3% rendement gemaakt moet worden om een pensioenuitkering te kunnen verkrijgen die vergelijkbaar is met de fiscaal maximaal toegestane middelloonregeling (een ouderdomspensioen van 1,875% van de pensioengrondslag per jaar). Maar door de lage marktrente is dit niet haalbaar: er wordt feitelijk te weinig ingelegd om zo’n uitkomst te behalen. De [...]
lees verder →
Laatste update: 1 oktober 2016
Goed nieuws voor ondernemingsraden! De ondernemingsraden hebben sinds 1 oktober jl. instemmingsrecht over de arbeidsvoorwaardelijke aspecten van de pensioenregeling, ongeacht of de pensioenuitvoerder een pensioenfonds is, een verzekeraar of een premiepensioeninstelling. Dit geldt niet als de pensioenregeling via een Collectieve Arbeidsovereenkomst (CAO) tot stand is gekomen of wanneer er een verplichte aansluiting geldt bij een bedrijfstakpensioenfonds. Met deze wetswijziging wordt een lacune in het huidige instemmingsrecht gedicht. De OR krijgt ook instemmingsrecht ten aanzien van de keuze van de pensioenuitvoerder.
laatste update: 26 september 2016
Op Prinsjesdag zijn er een paar fiscale maatregelen voorgesteld om de pensioenuitvoering iets te vereenvoudigen. Nu maar hopen dat deze voorstellen worden aangenomen.
In 2012 is de ingangsdatum van de AOW verschoven van de 1e van de maand naar de dag waarop de pensioengerechtigde is geboren (bijvoorbeeld de 14e). De Belastingdienst gaat ervan uit dat ook het ouderdomspensioen ingaat op de feitelijke dag dat de deelnemer de pensioenleeftijd bereikt. Maar pensioenuitvoerders hanteren (bijna) altijd de 1e van de maand als ingangsdatum. Hierdoor zou er een fiscaal bovenmatig pensioen kunnen ontstaan, omdat pensioen dat ingaat [...]
lees verder →
Laatste update: 15 juli 2016
Per 1 september 2016 is de Wet verbeterde premieregeling van kracht geworden. Hierdoor wordt het wettelijk mogelijk om binnen een beschikbare premieregeling ook na de pensioendatum te blijven beleggen in plaats van de aankoop van een vaste periodieke uitkering (annuïteit). De verwachting is dat hiermee de jaarlijkse uitkering per saldo hoger uitkomt. De uitkering zal jaarlijks wel fluctueren (binnen bandbreedtes). De keuze voor het blijven beleggen zal niet alleen op de pensioendatum moeten worden genomen, maar ook in de jaren daarvoor. Bij de aankoop van een vaste periodieke uitkering wordt 10-15 jaar voor de pensioendatum het renterisico geleidelijk afgebouwd, zodat de hoogte van de verwachte periodieke uitkering de laatste jaren niet te veel fluctueert. Wanneer gekozen wordt om te blijven beleggen na de pensioendatum, is de afbouw van het renterisico minder logisch. Daarom zal de deelnemer dus al voor de pensioendatum een keuze moeten maken.
Laatste update: 9 juli 2016
Op 6 juli 2015 stuurde staatssecretaris Klijnsma (SZW) aan de Tweede Kamer een brief over de hoofdlijnen voor een toekomstige inrichting van het stelsel van aanvullende pensioenen in Nederland. ‘’Het gaat erom dat we de sterke elementen van ons pensioenstelsel behouden en het voor de toekomst met nieuwe elementen versterken. Zo kunnen we ervoor zorgen dat het pensioenstelsel beter past bij de wensen van de mensen en de arbeidsmarkt van de 21e eeuw.’’
De 4 hoofdlijnen zijn:
Inmiddels zijn de mogelijkheden wat verder verkend en is in juli 2016 de Perspectiefnota [...]
lees verder →